HERINNERINGEN AAN KOLONIEHUIS KETELAAR
INLEIDING
Het huis Ketelaar in Ellecom was één van de koloniehuizen
van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellingsoorden (CGK). De
Ketelaar was gehuisvest in een villa aan de Zutphensestraatweg 66 in
Ellecom. Op het langgerekte terrein stond verder nog een achterhuis
dat beter bekend was als het Koetshuis. De Zutphensestraatweg liep
langs Ellecom en als je de straat was overgestoken liep je zó het
bos in.
Vele kinderen hebben korte of langere tijd in de Ketelaar doorgebracht,
ik was er één van.

KORTE GESCHIEDENIS
Het CGK was opgericht in 1901. Na een aarzelende start steeg het aantal
kinderen dat in de koloniehuizen werd ondergebracht in hoog tempo.
Dit leidde er toe dat het CGK al eind 1927 uitzag naar een nieuw
huis. In 1928 werd het pension Buitenzorg te Ellecom aangekocht.
Dit nieuwe huis kreeg de naam Veluwezoom, na de dood van bestuurslid
Th. M. Ketelaar in 1936 gewijzigd in Koloniehuis Ketelaar; het bood
na een verbouwing plaats aan 90 kinderen. Bijzonder trots was men
er op dat een bijgebouw, het koetshuis, ingericht kon worden als
gymnastiekzaal.
In 1957 werd een belangrijke stap gedaan door het huis Ketelaar in
Ellecom in gebruik te nemen voor een experiment volgens nieuwe inzichten.
Een psychologisch en pedagogisch geschoolde staf was hier aanwezig
om heel moeilijke kinderen geestelijk op te vangen. Hiertoe was ook
de inrichting van het huis veranderd. De eetzaal voor 100 kinderen
werd verbouwd tot 4 dagverblijven. De grote slaapzalen werden veranderd
in kamers voor 6 kinderen. De groentetuin werd sportveld en de boomgaard
werd ten dele gekapt om plaats te maken voor een kinderboerderijtje.
De groepen werden verkleind tot 12 kinderen.
Bovenstaande informatie is afkomstig uit het boek “Ter wille
van het kind”, uitgegeven in 1976 ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van het CGK.
In 1980 is het CGK opgeheven omdat de opvattingen over dit soort koloniehuizen
in de loop der tijden nogal zijn veranderd. Daarmee werd tevens de
geschiedenis van huize Ketelaar afgesloten.
Voor het prachtige pand was dit het begin van het einde. Nadat het
nog een tijdje als onderdak voor een evangelisch genootschap heeft
gediend werd het uiteindelijk gekraakt. Helaas hebben de krakers het
huis in de loop der jaren zodanig vernield dat uiteindelijk sloop de
enige oplossing was. In 2000 werd het vroegere koloniehuis afgebroken;
op het terrein zijn woningen gebouwd (Regina van Geunshof).
MIJN TIJD IN KETELAAR
Ik verbleef 6 weken in Ketelaar en wel van 10 december 1970 tot 19
januari 1971. Er waren in mijn tijd 6 groepen: de 1e, 2e, 3e jongens
en hetzelfde voor de meisjes. Ik zat in de 1e jongens (1e = de oudste
qua leeftijd). Iedere groep had een eigen huiskamer in het hoofdgebouw,
alleen wij zaten in het koetshuis.
Mijn ouders hebben mij destijds een schrift en een doos kleurpotloden
meegegeven om mijn “belevenissen" in Ketelaar op papier
te zetten. Achteraf kan ik ze daar alleen maar dankbaar voor zijn want
vele dingen zou ik anders, na meer dan 30 jaar zeker al vergeten zijn.
Naast dit dagboek heb ik nog de map met werkbladen en het plakboek
met de in totaal 57 ansichtkaarten die ik tijdens mijn verblijf in
de Ketelaar heb gekregen.
Wat mij nog het beste is bijgebleven was de strikte dagindeling en
de vele regels. Onze dagindeling was als volgt:
07.30: opstaan, bed afhalen en opmaken, aankleden.
08.30: ontbijt, "luik".
09.00: handenarbeid / werkbladen.
09.30: spelen.
11.45: warme maaltijd.
12.15: naar boven en in bed.
12.30: voorlezen.
13.00: verplichte rust.
14.30: verplichte wandeling.
16.30: spelen, vrije tijd.
17.15: avondmaaltijd.
17.40: spelen.
19.15: naar boven, uitkleden.
19.30: douchen (op zondag: film).
19.40: voorlezen.
20.00: slapen.
Enkele punten verdienen een nadere toelichting.
Luik. Onze huiskamer was in het koetshuis maar de keuken was in het
hoofdgebouw. Tussen de keuken en de gang was een doorgeefluik. Als
het eten klaar was kwam er iemand van de andere groep door de vestiairedeur
naar buiten met een bel. Wij hoorden dan “tingeling” en
dat was het sein voor de "luikers" om het eten op te halen.
Na afloop van iedere maaltijd werd de vaat bij het luik teruggezet.
Werkbladen. Een vast onderdeel van de dag was het maken van de werkbladen
die ik nu nog steeds heb. Op de voorkant van die map moesten we het
embleem van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellingsoorden
tekenen (een hoefijzer) met daar omheen "Kinderhuis Ketelaar Ellecom".
De dagindeling werd stipt opgevolgd. Bed opmaken, douchen, eten, alles
was aan regels gebonden. Zelfs moesten we toestemming vragen om naar
de wc te mogen gaan… Toch bewaar ik geen onprettige herinneringen
aan Ketelaar, anders was ik er nu zeker niet mee bezig geweest.
Hoewel onze huiskamer in het koetshuis was sliepen we in het hoofdgebouw
en wel op de zolderverdieping. Aan een kant was een rij wastafeltjes
en verder stonden er per zaal 6 bedden met naast ieder bed een klein
nachtkastje.
De verplichte dagelijkse wandeling vond ik prettig omdat je dan toch
een beetje een gevoel van vrijheid had. Meestal gingen we naar het
bos (wie herinnert zich niet de Tafelsteen, de Duivelsteen en het 14-wegenpunt?)
maar we zijn ook wel eens naar Ellecom zelf en kasteel Middachten geweest.
Het wandelen ging nooit samen met een andere groep. We mochten vooruitlopen
maar de regel was om bij iedere zijstraat of zijpad te wachten. Dat
gold ook voor de spoorwegovergang als we naar het bos gingen.
De vaste begeleidsters van mijn groep waren de juffrouwen Hermans en
Wallet.
In onze huiskamer hadden wij grammofoonplaten, o.a. de "Dank
U" lp van Radio Veronica (onlangs vond ik deze plaat op een rommelmarkt
voor zegge en schrijve 1 euro!). We hadden ook wat singeltjes, o.a.
de Pastorale (Liesbeth List) en My special Prayer van Percy Sledge.
Echt ongelooflijk dat je dit soort details na meer dan 30 jaar nog
feilloos weet.
Tijdens mijn verblijf in Ketelaar werd ik 11 jaar. De avond ervoor
werd ik tijdelijk naar de 2e jongens gestuurd en de volgende morgen
was onze huiskamer versierd. Ook het Kerstfeest was best leuk, ondanks
het feit dat je ver van huis was. We hadden een uitgebreide maaltijd,
er was een kersttoespraak van de directrice en we hebben een toneelstuk
opgevoerd. Daarentegen was Oud en Nieuw een teleurstelling: om 8 uur
lagen we in bed!
Plezierige herinneringen bewaar ik ook aan de speeltoestellen die bij
het huis stonden. De schommels en het klimrek waren bij mij favoriet.
Verder hadden we de nodige dagen met sneeuw en dan namen we sleeën
mee naar het bos.
Iedere groep had een zelfbedachte naam, wij waren de Skispringers.
Wij mochten daarom op nieuwjaarsdag naar het skispringen in Garmisch-Partenkirchen
op tv kijken.
Als laatste noem ik het corvee dat iedere week wisselde. Je had de "luikers" (zie
boven), de tafeldekkers, tuinman oom Henk (hij woonde in een huis achteraan
op het terrein) helpen en het schoonhouden van de slaapzaal.
NA KETELAAR
Ergens halverwege de tachtiger jaren ben ik voor het eerst teruggegaan
naar Ellecom. Het huis stond er nog wel maar was geen koloniehuis
meer; het gebouw was toen in gebruik door een evangelisch genootschap.
Een van de leden heeft mij rondgeleid en op meerdere plaatsen bleek
de tijd te hebben stilgestaan. Het koetshuis was verbouwd tot kerkzaal
maar in onze slaapzaal waren nog steeds de rij wastafeltjes en zelfs
de bedden stonden nog op exact dezelfde plaats!
Eind 2003 was er een reportage op tv over "bleekneusjes" oftewel
kinderen die naar een koloniehuis werden gestuurd om aan te sterken.
Hierdoor kwamen de herinneringen aan Ketelaar weer naar boven. Na enig
zoeken vond ik mijn dagboek en werkmap terug, alsmede een plakboek
met de kaarten die tijdens mijn verblijf in Ketelaar heb ontvangen.
Via internet kwam ik in contact met Irene Links (ook een “oud-Ketelaarder”)
die een website over koloniehuis Ketelaar heeft opgezet. Zo kwam ik
er achter dat het huis in 2000 is afgebroken en er op het terrein woningen
zijn gebouwd. De volgende stap lag voor de hand: een hernieuwd bezoek
aan de plek waar ik destijds 6 weken van mijn jeugd heb doorgebracht,
inclusief een boswandeling.
Zondag 13 juni 2004 was het dan zover. Samen met Anneke Ruterink,
een toenmalige leidster, en nog een “lotgenoot” ben ik
terug in Ellecom. Op het terras van een restaurant ontmoeten we elkaar
en samen met meegebrachte plakboeken e.d. halen we herinneringen op.
En dan staan we aan de Zutphensestraatweg op de plek waar ooit huize
Ketelaar stond. Het blijft jammer dat het huis er niet meer is; het
bungalowparkje harmonieert totaal niet met de omgeving. Vanaf de weg
loopt een pad het voormalige Ketelaarterrein op met aan beide kanten
woningen.
Eigenlijk staat alleen het smeedijzeren hek langs de weg er nog en
enkele oude bomen. Met dat oude hek is niet echt respectvol omgegaan:
nog geen meter achter het oude hek staat een (lelijk) nieuw hek en
de onderkant is onzichtbaar geworden door een nieuw aangelegd trottoir.
Tegenover de Kastanjelaan steken we de Zutphensestraatweg over en
lopen het pad op richting bos, het pad waar in de loop der jaren duizenden
Ketelaarkinderen hun voetstappen hebben gezet.
We hebben uiteindelijk meer dan 4 uur (!) in het bos gelopen en ondanks
twee verschillende kaarten kost het veel moeite om de weg te vinden.
Uiteindelijk vinden we de Tafelsteen, de Duivelssteen en het 14-wegenpunt,
plekken die ieder Ketelaarkind ongetwijfeld nog goed zal kunnen herinneren.
De beide stenen zijn niets veranderd maar de prachtige oude boom op
het 14-wegenpunt is er niet meer.
Al met al was het een geslaagde dag. Als het mij lukt om juffrouw Wallet
te vinden (zij schijnt in Dieren te wonen) dan ga ik zeker nog een
keer terug!
Rotterdam, juni 2004
Mario Bosch
e-mail: mario.bosch@wanadoo.nl
naar boven
|